De opleiding behandelt de werking en de opbouw van de elektrische aandrijving. De potentiële gevaren en de te volgen veiligheidsprocedures bij interventies komen uitgebreid aan bod. Het accent ligt op wat je wel en niet mag doen aan deze voertuigen, maar ook hoe je om moet gaan met gevaarlijke situaties.
Het gebruik en de controle van veiligheidsuitrusting en speciaal gereedschap komt uitgebreid aan bod in de praktijk. Het in veiligheid stellen van een elektrisch of hybride voertuig vormt een belangrijke
competentie die de opleiding nastreeft.
Het certificaat dat wordt uitgereikt na het volgen van de opleiding en het slagen voor de proef (theorie en praktijk), attesteert dat de houder ervan:
- kennis heeft van de opbouw van een elektrisch of hybride voertuig;
- kennis heeft van de voornaamste risico's die verbonden zijn aan de onderdelen van deze aandrijfsystemen;
- kennis heeft van een veilige werkmethode en deze ook heeft toegepast tijdens de werkzaamheden aan deze aandrijfsystemen;
- persoonlijke beschermingsmiddelen en geschikte meetapparatuur kan selecteren en gebruiken in functie van de uit te voeren werkzaamheden
De deelnemer ontvangt een maand na het volgen van de opleiding een sectoraal certificaat